Magadel, transcendentale kunst/transcendental art
Diana Kostman
Onder redactie van Helen Schretlen. Eindredactie Sabien Stols
Het oeuvre van kunstenares Magadel (Machteld Kuijpers, Ankeveen 1940) is voor velen een goed bewaard geheim. Op 19-jarige leeftijd werd haar een Fulbright Grant toegekend en een beurs om aan de Brandeis University in Waltham (VS) te studeren. Dit leidde tot een langdurig verblijf in de Verenigde Staten, waar zij haar opleiding voltooide aan de Boston Museum of Fine Arts, en later zelf les gaf aan diverse kunstinstellingen,onder meer aan de University of Colorado. Toch is zij in eigen land en in het Gooi, vanouds een plek waar veel kunstenaars wonen en werken, een relatief onbekende.
Deze monografie geeft een beeld van haar werk, waarbij haar artistieke ontwikkeling, van haar vroegste jeugdwerken tot aan later werk, uitgebreid aan bod komen. Zwaartepunt ligt bij Magadels meest recente werk, waarin haar veelbewogen leven en haar verdiepte inzichten de synthese vormen van haar oeuvre. Er zijn raakvlakken met Oosterse kunstvormen, versterkt door een achtjarig verblijf in Boulder Colorado in de nabijheid van het Nyingma Institute, een bekend boeddhistisch centrum. De visuele neerslag van haar ontwikkeling loopt parallel aan het ‘collectief onbewuste’ volgens de leer van psycholoog Jung, die vaststelde dat sommige beelden wereldwijd herkend en gevoeld worden, los van culturele achtergrond of intellectuele bagage.
Noemenswaardig is bovendien de afkomst van Magadel/Machteld Kuijpers: zij vertegenwoordigt de vijfde generatie van een Nederlandse kunstschildersfamilie, waarvan met name haar grootvader Cornelis Kuijpers (1864-1932) nog steeds internationale bekendheid geniet.
